Omgevingswet 2024 en leges omgevingsrecht
Met ingang van 1 januari 2024 werden de Omgevingswet 2024 en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) van kracht. De Omgevingswet 2024 en de daaraan verbonden WKB hebben vergaande gevolgen voor de taken in het ruimtelijke domein en de daaraan verbonden financiële dekking door onder meer de legesheffing.
De legesverordening 2024 werd door de invoering van de Omgevingswet 2024 en de daarbij behorende tarieventabel redactioneel op de VNG-legesmodelverordening gebaseerd, tenzij op onderdelen de huidige Weerter variant de voorkeur genoot.
Een novum was het met ingang van 2024 het weer (sedert 1998) mogen heffen van leges bij vergunningaanvragen voor milieubelastende activiteiten.
Staffeling tarieven rioolheffing 2024 e.v.
Om de kwaliteit van de uitvoeringsprocessen en de dienstverlening van BsGW te verbeteren was al in 2023 een harmonisatieproces opgestart. Daarbij zijn door BsGW in overleg met de deelnemers voorkeursvarianten van belastingsoorten (met name de tariefstelsels) bepaald. Waar gemeenten afwijken van de voorkeursvariant wordt maatwerk (tegen kostprijs) aangeboden.
Vanuit dit traject was het voorstel om de bestaande gestaffelde tarieven rioolheffing op basis van het waterverbruik te vereenvoudigen.
Om te passen in de voorkeursvariant werden met ingang van 2024 de grootte van de staffels aangepast opdat de bewerkelijkheid van deze belastingsoort praktischer werd en de uitvoering ervan minder foutgevoelig werd.
De volgende variant (methodiek) voor de rioolheffing op basis van waterverbruik gold dan met ingang van 2024 dan voor de gemeente Weert als voorkeursvariant:
- 0 m 3 t/m 400 m 3 ;
- alsmede per eenheid water van 400 m 3
- boven de 400 m 3 t/m 4.800 m 3 ;
- boven de 4.800 m 3 t/m 10.000 m 3 ;
- boven de 10.000 m 3 t/m 20.000 m 3 ;
- boven de 20.000 m 3
Hierbij werd ook gewaakt voor noemenswaardige belastingdruk verschuivingen.
Bedrijveninvesteringszones (BIZ) 2024 e.v.
Na succesvolle draagvlakmetingen werden, naast de al bestaande BIZ ondernemers binnenstad (2022-2026) en BIZ bedrijventerrein Weerter Boulevard (2023-2027), met ingang van belastingjaar 2024 de BIZ bedrijventerrein De Kempen en de BIZ bedrijventerreinen Kanaalzone 1 en 2 (beide voor de belastingjaren 2024 tot en met 2028) verlengd.
Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor zzp-ers en kleine ondernemers
Voorheen kwamen ondernemers niet in aanmerking voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, zijnde de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. In navolging van andere Limburgse gemeenten, is met ingang van belastingjaar 2024 ook voor die kleine ondernemers (geen rechtspersonen) en zzp-ers, die aantoonbaar en geverifieerd (gezien de jaarcijfers) op of onder bijstandsniveau moeten leven, ook kwijtschelding van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing mogelijk. De verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen werd met ingang van 2024 daartoe eveneens aangepast.
De overige gemeentelijke belastingen (onroerende zaakbelasting (OZB), leges enz.) zijn hoe dan ook uitgesloten van enige kwijtschelding.
Tarievenbeleid: toepassing consumentenprijsindex en maximaal 100% kostendekking
Bij belastingen, leges en privaatrechtelijke tarieven en dergelijke, passen wij een indexering toe.
Vanaf 2022 hanteren we hiervoor de meest recente nationale consumentenprijsindex (CPI) conform publicatie door het CPB. Voor 2024 was deze bepaald op 3,6%.
De CPI kan in beginsel uniform op alle belasting- en legestarieven worden toegepast. Bij indexering dient ervoor gewaakt te worden dat bij rechten, waarvoor een maximum kostenverhaal van 100% geldt (afvalstoffenheffing, rioolheffing, kostenopslag naheffingsaanslagen parkeerbelastingen en leges), de geraamde baten de geraamde lasten niet overstijgen. Tevens stelt het Rijk jaarlijks een maximumtarief vast voor onder meer rijbewijzen en reisdocumenten.
De tarieven van de lokale heffingen 2024 waren op basis van deze uitgangspunten in de begroting 2024 vastgelegd. Voor begrotingsjaar 2024 werd dan ook gerekend met een index van +3,6%. Verder gingen we voor alle rechten ervan uit dat deze, voor zover (wettelijk) mogelijk en toegestaan, maximaal 100% kostendekkend zijn.