LASTEN
Treasury
De rente van de langlopende geldleningen is € 244.000 lager dan geraamd, omdat in het vierde kwartaal het aantrekken van een nieuwe geldlening niet nodig was. Er waren voldoende financieringsmiddelen door (vooruit) ontvangen rijksbijdragen en vertraging van diverse exploitatie-uitgaven, investeringen en uitgaven voor de grondexploitaties. Hierdoor was er gedurende langere tijd een hoger liquiditeitssaldo dan verwacht.
Overige baten en lasten
De overige baten en lasten in de jaarrekening zijn hoger dan begroot als gevolg van de dotatie aan de voorziening van de Poort van Limburg. Dit in verband met de verkoopwaarde welke lager is dan de boekwaarde per 31 december 2024. Het betreft een bedrag van € 440.000.
BATEN
Treasury
Per saldo is het verschil op de baten van het taakveld treasury € 1.185.000 nadelig.
Dit wordt met name veroorzaakt door 3 factoren:
- Hogere renteopbrengst schatkistbankieren
De renteopbrengst van kort geld, met name de uitzettingen bij de schatkist, heeft geleid tot een resultaat van circa € 751.000. Dit is € 311.000 meer dan de € 440.000 die bij de tussenrapportage is geraamd. Door (vooruit) ontvangen rijksbijdragen en vertraging van diverse exploitatie-uitgaven, investeringen en uitgaven voor de grondexploitaties was er gedurende langere tijd een hoger liquiditeitssaldo dan verwacht. Dit hogere liquiditeitssaldo en de vertraging van de daling van de rente op de geldmarkt (door het rentebeleid van de ECB) heeft de hogere opbrengst veroorzaakt.
- Lagere toerekening aan grondexploitaties
De boekwaarde per 1 januari 2024, voor de toerekening van de rente aan de grondexploitaties, is circa € 9.500.000 lager dan geraamd. Bovendien valt het rentepercentage voor de toerekening aan de grondexploitaties, dat is gerelateerd aan de rente van (kas)geldleningen, lager uit. De totale toegerekende rente aan de grondexploitaties is hierdoor € 113.000 lager.
- Lagere toerekening aan de taakvelden
In principe worden de rentelasten bij de jaarrekening met hetzelfde renteomslagpercentage als bij de begroting (2024: 0,8%) aan de taakvelden in de diverse programma's toegerekend. Als de werkelijk toe te rekenen rente (berekend op basis van het renteomslagpercentage bij de begroting) in euro's meer dan 25% afwijkt van de begrote rente in euro's, moet het renteomslagpercentage volgens het BBV worden herrekend. In 2024 is, door met name de hoge opbrengst van de rente op het schatkistbankieren, een herrekening van het omslagpercentage noodzakelijk. Het werkelijke renteomslagpercentage voor de jaarrekening bedraagt slechts 0,1%. Hierdoor ontstaat op het taakveld treasury een nadelig verschil op de rentetoerekening aan investeringen van € 1.432.000. Dit verschil is op jaarrekeningniveau echter budgettair neutraal, omdat tegenover de lagere toerekening op het taakveld treasury, de lagere rentelasten op de diverse taakvelden op de programma's staan.
Parkeren
Begin 2025 is de raad geïnformeerd over het achterblijven van de inkomsten van onstreet parkeren. Deze bleken in 2024 €80.774 lager dan begroot.
Overige baten en lasten
Specifieke uitkering
Vanuit de specifieke uitkering sport valt er jaarlijks een bedrag vrij ten gunste van het resultaat. Omdat dit bedrag vooraf moeilijk in te schatten is, wordt dit bedrag niet begroot. Voor 2024 betreft het een bedrag van € 300.000.
Uitkering UWV
De uitkeringen vanuit het UWV zijn lastig vooraf in te schatten, voor 2024 betekent dit een hogere uitkering van € 250.000.